Koningsdag

‘Kijk: die grote waterglazen met een paarse floers.’

‘Wat is daarmee?’

‘Past bij mijn servies, leuk toch?’

‘Maar hoe dan met die KonMari opruimbui?’

‘Ja, precies Inge, ik dacht dat je ging minimaliseren. En deze zijn juist nogal maximaal.’

‘Ik vind ze gewoon leuk, als waterglas of voor mijn smoothies.’

‘Ga jij met zo’n set grote glazen zeulen?’

‘Ja. Nee. Jawel. Ik doe het toch… Heeft deze doodvermoeiende dag nog een beetje zin..’

‘Niet zo dramatisch, ik ben hartstikke blij met deze melkkan en Merel heeft een portemonnee voor 5 euro op de kop getikt. Gloednieuw en van een mooi merk. En jij hebt nu dan toch die glazen?’

‘Kopje koffie?’

‘Met iets erbij, ja graag, trek!’

‘In ieder geval een sanitaire stop, dames.’

‘Waar-o-waar?’

‘Terrasjes zitten overvol, en ellenlange rijen voor de ‘dames’. Tom Poes, verzin een list!’

‘Naar huis haal ik niet. Zomaar ergens aanbellen?’

‘Daar. Een krul – daarnaast en dan mijn glazen gebruiken?’

‘Serieus?’

‘Heb jij een alternatief?’

 

[Dit is een Doorsel, een klein dialoogje van (meestal) maximaal 200 woorden, situatieschets van een dilemma.]

Wedstrijdpoetsen?

‘Je broedt ergens op…’

‘Las een stuk over dat we meestal niet meer dan 40% geven van wat we kunnen, zodra we iets moeilijks moeten doen. Stond een titel boven “If it doesn’t suck, it’s not worth doing”. Oftewel: als het niet beroerd is, is het niet de moeite. Over hoe een marinier je leert over je grenzen heen te gaan bij 100 pushups. Lekker stoer.’

‘En toen?’

‘… moest ik de badkamer poetsen. Beroerd genoeg. Maar is het om die reden “de moeite”? Ik krijg mijn hersens daar niet omheen gevouwen. Waar zit de denkfout die ik maak of die de auteur van dat stukje maakt?’

‘Badkamers schoonmaken is geen competitie. Het doen van 100 pushups vandaag en dan morgen 110 is dat wel.’

‘We hebben van die kleurige tegeltjes in de badkamer. Alleen, als ik de voegen niet regelmatig met van die zwembad-bleek behandel, dan worden ze steeds zwarter. Geen gezicht.’

‘En nu wil jij dat “tegelvoegen poetsen” een wedstrijdsport wordt.’

‘Stel je voor dat je daar een competitie in kan doen. Net als Curling.’

‘…geen schimmel zou meer veilig zijn.’

[Dit is een Doorsel, dialoogje van rond de 200 woorden over een dilemma.]

Breinbreker

‘Snap het. Denk ik.’

‘Even kijken: “Het blauwe veld en het groene veld zijn even groot, de zwarte, grijze en rode ribben zijn even lang en alle hoeken zijn haaks.” Kandatnou? Dat is niet wat ik zie.’

‘Kijk es naar de kleine kubus in het midden. Als dat een weergave van een 3d kubus is, denk aan een dobbelsteen, dan zijn van die driedimensionale kubus alle vlakken even groot, alle ribben even lang en zijn alle hoeken haaks. In 3D dus. Ook al zie je het op het platte vlak anders.’

‘En wat is dit dan?’

‘Dit is de impressie van een vierdimensionale kubus op het platte vlak.’

‘Hè? De vierde dimensie was toch gewoon tijd?’

‘Hangt ervan af naar wie je luistert. Dat was de bewering van Einstein.’

‘En wat denk jij?’

‘Geen idee. Als wiskundigen ervan uitgaan dat er 11 dimensies zijn, dan begrijp ik niet hoe ze dat kunnen weten. Waarom niet 12? En dus, als iemand beweert dat dit een plaatje is van een vierdimensionale kubus, dan zou ik die graag in handen hebben. Maar dan wel in diezelfde vierde dimensie.’

‘Bizar idee, dat die tekst zou kunnen kloppen.’

[Zie ook: https://nl.wikipedia.org/wiki/Hyperkubus ]

[Dit is een Doorsel, een klein dialoogje van ongeveer 200 woorden over een dilemma of raadsel.]