‘Hele weekend bezig geweest met de belastingen.’

‘Kom daar meestal pas na de zomer aan toe, vraag altijd uitstel. Mijn hekel is te groot.’

‘Ik was er ook zo eentje, maar ik ben bekeerd. Hoe eerder af, hoe beter.’

‘Bekeerd?’

‘Tijdje terug had ik een mega-naheffing, na een super jaar. En optimistisch als ik ben, had ik dat geld geïnvesteerd.’

‘Je moest lenen om de belasting te betalen???’

‘Dus wel, van een leverancier. Een week lang niet kunnen slapen van de spanning. En ik nam me voor dat ik het NOOIT meer zo ver zou laten komen. Dus ben ik bekeerd.’

‘Tussen die investeringen en die aanslag zat hoeveel tijd?’

‘Ik had mijn handtekening letterlijk de dag voor de aanslag binnenkwam, gezet.’

‘Spijt als haren?’

‘Dat is dus het gekke, toen ik ervan wakker lag: ja. Achteraf heeft het waanzinnig goed uitgepakt. Had ik die investering later gedaan, dan waren de kosten veel hoger geweest. En die leverancier die me dat geld leende, is nu mijn zakenpartner. Zij blijkt een fantastische buitenboordmotor voor mijn business. We groeien als kool.’

‘Help me even, waarom heb je je ook maar weer bekeerd?’

 

[Dit is een Doorsel, een klein dialoogje van (meestal) maximaal 200 woorden, situatieschets van een dilemma.]